Een brug van de een naar de andere kant,
die leidt naar het beloofde land.
Een mens die op die brug zal gaan,
op weg naar dat andere bestaan.
Haar lichaam hier, haar geest al daar,
in grote tweestrijd met elkaar.
Zij houdt nog vast, kan niet meer praten,
al haar geliefden los te laten.
Haar ogen waren zoekend rond,
er zweeft een glimlach om haar mond.
Dan is het of ze plotseling zwicht,
en ze aarvaardt, gaat op naar `t licht. |